Mijn fraudeantenne gaat af als mensen over WIJ en ONZE KINDEREN spreken
Zo is er een juice-personage die haar socials gebruikt om haar tot stiefkind gemaakten te feliciteren. Teksten als ‘ALTIJD FEEST IN ONZE GROTE FAMILIE’ domineren haar feed. Ze toont beelden van een gelukkige ‘familie’ en gebruikt het misleidende woord LIEFDE. In interviews voert ze het woord namens de hele familie van haar MAN, er is geen ontkomen aan. Een beetje Goegel research naar de vrouw leert dat ze een gezin van een succesvolle moeder heeft afgepakt toen haar jongste nog geboren moest worden. Als een vriendin van haar weduwe wordt, dan gaat ze mee naar de rechtbank op stage. Die weduwe wil haar erfenis niet delen met haar tot stiefkind gemaakten.
Doodzieke moraal van stiefmoeders
In plaats van vertederd een like te geven, kunt u beter doorvragen naar dat nadrukkelijke ‘wij en onze’. Hiermee schoffeer je het kind om zijn afkomst en zet je de biologische ouder buitenspel. Moeders worden gekoeioneerd door stiefmoeders zonder geweten. Ik noem het kinderroof, moederberoving of mensenhandel. Wie dit niet ziet, is blind. Het afpakken van gezinnen door stiefmoeders is net zo sociaal geaccepteerd als alcohol. Media, overheid en middenstand hebben er een verdienmodel aan. Vrouwen die nu kinderen krijgen met een man, zullen draagmoeder voor stiefmoeders blijken. Gewoon; omdat u akkoord gaat.
Vaders gedragen zich als schapen
Of vaders te dom zijn om stiefmoeders tegen te spreken of bewust kinderroof goedkeuren als een vorm van ex-partnergeweld, daar ben ik nog niet helemaal uit. Vaders die zich laten meeslepen door manipulatieve stiefmoeders denken echt dat ze opa zijn van andermans kinderen. Vaders die hun gezin weggeven aan een stiefmoeder zijn mislukte vaders, allemaal. Als beroofde moeder hoef je niet op steun te rekenen; justitie handhaaft het familierecht niet. Dwingende controle of intieme terreur door stiefmoeders heeft een diepe impact op degenen die erin verstrikt raken, vaak zonder dat ze het zelf doorhebben.
Mijn moeder trouwde twee keer
Bij haar tweede man kreeg ik zijn achternaam en die droeg ik tot mijn zestiende. Mijn eigen naam was nergens te vinden, niet op schoolrapporten, zwemdiploma’s, verkeersdiploma’s, zelfs niet op mijn schooltuinboekje. Ik voelde me nooit thuis bij dat ‘wij en onze’. Die man en zijn familie waren vreemden voor me. En ik miste mijn vader. Na een verhuizing nam ik mijn echte achternaam weer aan. Pas toen vertelde mijn vader dat de tweede man hem van de trap had geduwd toen hij me kwam ophalen. Hij heeft me met rust gelaten tot ik volwassen was. Uiteindelijk bleven mijn vader en ik met z’n tweeën over. Als ik hem nu bel en zeg: met Gea, dan hoor ik zijn vragende stem jaaa… jaaa? En verder…? Hij wil dat ik Gea Kramer zeg, hij wil onze achternaam horen. De buitensluiting heeft hem ook pijn gedaan.